Raad van Toezicht of Raad van Vertrouwen?


Wat ging er aan deze vraag vooraf?

In afgelopen jaar nam ik deel aan een enkele procedure voor een rol als toezichthouder. Zo kreeg ik een voorzichtig beeld van verschillende benaderingswijze, zowel voor wat betreft de werving en selectie als de visie op en praktijk van toezichthouden. Een mooie aanvulling op mijn eigen bestuurlijke ervaring in het samenspel met een Raad van Toezicht. En ook op de beelden zoals die zich vanuit DoorZien in het contact met bestuurders en toezichthouders optekenen.

Gaandeweg werd ik steeds nieuwsgieriger naar de vraag hoe een Raad van Toezicht haar rol in deze tijd optimaal kan waarmaken en wat voor type toezicht goed bij mijn visie en profiel past. Om daar beter zicht op te krijgen besloot ik me in te schrijven voor een reeks masterclasses om zodoende gecertificeerd toezichthouder te kunnen worden. Inmiddels ben ik halfweg en dat leidt tot de volgende overdenking.

Een gedachte experiment
Als we onderkennen dat toezichthouden aan verandering onderhevig is en meebeweegt op de golven van de maatschappelijke ontwikkelingen zouden we dan kunnen evolueren van Raden van Toezicht naar Raden van Vertrouwen?
Toezichthouden in de traditionele zin van het woord suggereert dat de een toeziet- toe moét zien – op de ander. Hoewel je aan het woord toezien ook de betekenis van het waardevrije woord ‘beschouwen’ kunt toekennen, blijft de connotatie er toch meer een van wantrouwen dan van vertrouwen. “En het is maar goed ook dat bestuurders kritisch gevolgd worden”, hoor ik velen –terecht – denken. Maar toch, als we als samenleving toe willen groeien naar een waarde(n)oriëntatie, óók – of juist – voor bestuurders en toezichthouders, is er wellicht ook een heroriëntatie op de taal die we gebruiken noodzakelijk. Als begin om tot gedragsverandering te komen.

Want, als we van toezichthouders en bestuurders vragen om organisaties vorm te geven op basis van gedeelde waarden, is onderling vertrouwen een must. Geen blindelings maar gezond vertrouwen: in elkaars bedoelingen en rollen, in ieders bijdragen én verlangen om – ook als dat niet direct zichtbaar is – te blijven leren en ontwikkelen.

Wat als we durven uit te gaan van vertrouwen?

Een Raad van V en B’s
Een Raad van Toezicht wordt dan een Raad vol Vertrouwen: om te bezinnen, te beschouwen én om de betekenis, de belofte én de bijdragen van de organisatie (of het samenwerkingsverband) aan de ontwikkeling van mens, milieu en maatschappij te beoordelen. Zodat een hygiënisch samenspel tussen toezichthouders en bestuurders, gestoeld op vertrouwen, dé succesvolle basis kan zijn waarop het vertrouwen in de andere betrokkenen in en buiten de organisatie kan groeien. Waardoor het eigenaarschap, het vakmanschap, de betrokkenheid én de ontwikkelbereidheid van de professional zal toenemen.

Rutger Bregman schreef het boek met de titel ‘De meeste mensen deugen’. In zijn boek haalt hij veel voorbeelden aan van het positieve effect dat uit kan gaan van onderling vertrouwen. Hij houdt een pleidooi voor het verschuiven van een mensbeeld gestoeld op wantrouwen naar een mensbeeld gebouwd op vertrouwen. Ik ondersteun die oproep van harte. Niet vanuit naïviteit maar gebaseerd op jarenlange ervaring in het ontvangen én geven van vertrouwen. De basis daarvoor is in mijn vroege jeugd gelegd: als jong meisje kreeg ik ongelooflijk veel vertrouwen en verantwoordelijkheid en al was het deels uit nood geboren, ik ben nog elke dag blij met de basis die destijds gelegd is.