Coronatijd is – behalve crisis en drukte – óók stiltetijd

Druk(te)
In achterliggende weken kreeg ik via Linkedin geregeld het berichtje ‘De volgers van ‘DoorZien adviesgroep’ hebben al enige tijd niets van u gehoord. Bijdrage delen. Bijna als een dwingende opgave. Tja, en wat doe je dan? Nadenken over een onderwerp, in de pen klimmen, aansprekende afbeeldingen zoeken? Ook een artikel over Corona en de gevolgen schrijven en aangeven wat we kunnen betekenen?

Het had allemaal zomaar gekund, toch deed ik het niet en niet zonder reden.

Crisistijd
Coronatijd is voor veel organisaties crisistijd. En dan staan er andere vragen op de voorgrond dan normaal gesproken. Die vragen slokken alle aandacht op en laten weinig ruimte voor rust en reflectie. Dat komt later wel.

Stiltetijd
Coronatijd is voor mij, voor DoorZien adviesgroep stiltetijd. Niet dat ik stil zit en niets doe, zeker niet. Waar mogelijk sta ik bestuurders en hun organisaties bij, in de luwte en op afstand. De stiltetijd benut ik om te kijken wat er gebeurt en te zien wat er nodig is, nu maar vooral ook als de gevoelens van crisis afnemen en de behoefte aan rust en reflectie weer toeneemt.

Onmacht
In deze stiltetijd verdiepte ik me in het thema ‘onmacht’. Dat was niet zonder reden. Dit fenomeen kwam onlangs in een systeem-dynamische analyse in een Samenwerkingsverband scherp op de voorgrond te staan. Net op dat moment verscheen het boek ‘Onmacht’, geschreven door Leike van Oss en Jaap van ’t Hek. Zij schrijven: “Onmacht is ons onvermogen om grip te krijgen op ons onvermogen.”

Van disbalans naar balans
Onmacht is een teken aan de wand. De balans is weg, disbalans is aan de orde. Corona is een uiting van én versterkt die disbalans. Leike en Jaap kijken naar onmacht vanuit een organisatie- en veranderkundig oogpunt. Veel aandacht in hun boek gaat uit naar veranderingen die voortkomen uit het verlangen naar andere manieren van organiseren in resonantie met maatschappelijke ontwikkelingen. Woorden als: duurzaamheid, een andere economische grondslag; minder hiërarchie en meer zelfsturing komen aan bod. Ik schreef het al vaker: als samenleving zijn we toe aan een transformatie. Waarin we de disbalans die we in vele opzichten voelen – individueel en collectief –  zien om te buigen naar een meer gezonde balans. Waar sociale, ecologische, technologische en economische aspecten (meer) in evenwicht zijn. Waar het vermogen om grip te krijgen op ons onvermogen toeneemt.

Perspectief
Nu de impact van Corona (tijdelijk?) is afgezwakt, groeit de behoefte aan rust en reflectie. Dat leidt tot relevante vragen: “Kunnen we terug naar normaal? Was dat eigenlijk wel normaal? Kunnen we andere keuzes maken en onze manier van (samen)leven aanpassen? Wat willen en kunnen we behouden? Wat is met het ook op een leefbare toekomst van wezenlijk belang? En hoe vertaalt dit zich dan naar verschillende sectoren in het publieke domein? Wat betekent dit voor private organisaties? Hoe verhouden publiek en privaat zich dan tot elkaar?”

In Buitenhof van zondag 31 mei jl. stond Minister van Staat Herman Tjeenk Willink stil bij deze vragen. Een waardevolle bijdrage om hier in alle rust nog eens terug te kijken.